Nieuws

Het onderzoek is inmiddels afgerond en de resultaten zijn in maart 2018 gepubliceerd in the Journal of Complementary and Alternative Medicine.

Semi-Individualized Homeopathy Add-On Versus Usual Care Only for Premenstrual Disorders: A Randomized, Controlled Feasibility Study.J Altern Complement Med. 2018 Mar 22.doi: 10.1089/acm.2017.0388


Hier volgt een samenvatting van het artikel.

Homeopathie versus gebruikelijke zorg bij vrouwen met premenstrueel syndroom

Veel vrouwen in de vruchtbare leeftijd worden gehinderd door premenstruele klachten. Bij ongeveer 10-40% zou de diagnose premenstrueel syndroom (PMS) of premenstruele dysfore stoornis (PMDD) kunnen worden gesteld. Onder deze vrouwen is soms behoefte aan een aanvullende behandeling, naast reguliere opties. Homeopathische geneesmiddelen kunnen heilzaam zijn, maar dat moet op betrouwbare wijze worden onderzocht.

Onderzoeksopzet

In een recent gepubliceerd onderzoek werd de haalbaarheid onderzocht van het opzetten van een groot internationaal onderzoek. In deze studie werd een speciaal ontworpen, aanvullende homeopathische behandeling vergeleken met uitsluitend reguliere, ‘gebruikelijke’ zorg. Het was een pragmatische[1] voorstudie (pilot study) met twee parallel lopende behandelgroepen. Het onderzoek werd gecoördineerd door het Louis Bolk instituut in Bunnik, in samenwerking met de Universiteit van Midden-Zweden te Sündsvall en de vrouwenkliniek van de Universiteit van Heidelberg, Duitsland. Het onderzoek startte in 2012 en werd afgerond in 2016.

Bij vrouwen die belangstelling hadden werd (na schriftelijke toestemming) eerst gekeken of de diagnose PMS of PMDD kon worden gesteld. Daarvoor moesten ze gedurende 2 maanden symptomendagboeken hadden bijhouden, de Daily Record of Severity of Problems (DRSP). Nadat de diagnose was gesteld, werden de deelneemsters door het lot toegewezen (‘gerandomiseerd’) aan één van beide behandelgroepen: de groep met aanvullende homeopathische behandeling (HB) of de groep met uitsluitend gebruikelijke zorg (GZ). De behandelfase duurde 4 maanden.
Alle vrouwen gingen tijdens de behandeling door met de maatregelen die ze vooraf al namen om de premenstruele symptomen te verlichten: letten op voeding en beweging, nemen van vitamines of supplementen, slikken van medicijnen en andere maatregelen.

Aan de vrouwen in de HB groep werd daarnaast gevraagd om een goed gekwalificeerde homeopaat te bezoeken in Zweden of een homeopathisch arts in Duitsland en Nederland (lid van de Artsenvereniging voor Integrale Geneeskunde [AVIG]). Deze behandelaars waren vooraf geïnstrueerd over het gebruik van een (semi-)individueel homeopathisch behandelschema voor PMS, in 2007 ontworpen en uitgebreid getest door een Nederlandse onderzoeksgroep. Met behulp van een homeopathische vragenlijst en een elektronisch algoritme werd de homeopathische geneesmiddelkeuze bepaald.
‘Gebruikelijke zorg’ werd verleend door de eigen huisarts, volgens de voorkeur van de vrouw. Alle vrouwen in de GZ groep kregen het advies hun huisarts te consulteren. Daarnaast kregen zij een aanbod om na afloop van de 4 maanden alsnog een homeopathische behandeling te volgen.
Om de resultaten te meten, werden er diverse vragenlijsten gebruikt, zoals de eerder genoemde symptomendagboeken (DRSP) en een vragenlijst over de zwaarte van ‘eigen problemen’ en over het ‘welbevinden’. De vrouwen vulden deze lijsten vooraf en na afloop van de behandeling in.

De belangrijkste uitkomstmaat om het resultaat te meten was: de verandering in de dagboekscores (DRSP) waarmee het verloop van premenstruele symptomen werd gemeten, na 4 maanden.


Resultaten

De voortgang van het onderzoek verschilde per land. In Duitsland kon de studie geen doorgang vinden door onoverkomelijke, wettelijke obstakels. In Zweden was er bij de start van de studie forse tegenwerking op de universiteit waar het onderzoek werd gehouden. Tevens bleek het niet mogelijk om voldoende vrouwen te werven voor het onderzoek, het werden er 22. In Nederland kon de pilot study goed worden uitgevoerd met het 38 deelnemende vrouwen, volgens planning.
In totaal startten in Nederland en Zweden 60 vrouwen met de behandelfase in het onderzoek (32 GZ, 28 HB). In een vroeg stadium van de behandeling viel er nog een aantal af. Van de 47 overgebleven vrouwen konden gegevens worden geanalyseerd.
De verbetering van premenstruele symptomen na 4 maanden was in de groep met aanvullende homeopathie significant groter dan in de groep met alleen gebruikelijke behandeling. Ook waren in de homeopathie-groep de veranderingen in ervaren zwaarte van ‘eigen problemen’ en de scores voor ‘welbevinden’ significant beter.


Conclusies

Het lijkt niet haalbaar om een groot, internationaal onderzoek op te zetten waarin de aanvullende waarde van deze (semi-) individuele homeopathische behandeling wordt vergeleken met uitsluitend gebruikelijke zorg, bij vrouwen met PMS/PMDD. Dat heeft onder meer te maken met wettelijke verschillen tussen Duitsland en de andere deelnemende landen.
In deze pilot study werd echter wel de aanvullende waarde van deze homeopathische behandeling aangetoond, als optie voor vrouwen met PMS/PMDD die een aanvulling zoeken op de ‘gebruikelijke’ zorg. Er werden statistisch significante verschillen gevonden tussen de behandelgroepen in veranderingen van premenstruele symptoomscores na 4 maanden. Meer onderzoek is aangewezen, om nog beter de waarde en effectiviteit van deze homeopathische behandeling te bepalen voor vrouwen met PMS of PMDD.

 

Sponsoren

Het onderzoek werd financieel ondersteund door het International Scientific Committee for Homeopathic Investigations (ISCHI), de Swedish Scientific Homeopathic Association, de Koninklijke Vereniging Homeopathie Nederland (KVHN) en het Hilly de Roever-Bonnet Fonds.



[1] In een pragmatisch onderzoek wordt behandeling geëvalueerd in de dagelijkse praktijk, in omstandigheden die zo veel mogelijk aansluiten bij het dagelijks leven.